Vanaf 15 maart exposeert Galerie de Vis werk van een van de belangrijkste naoorlogse modernisten uit het noorden, Siep van den Berg. Hoewel hij bekend staat als Groninger kunstenaar - zijn koepeltje aan de rand van het Sterrebos is in de kunstwereld een begrip - past het werk van de geboren Fries perfect in de Friese traditie van de Harlinger galerie. De Vis staat al ruim 25 jaar bekend vanwege haar aandacht voor kunst van kunstenaars uit de provincie.  

De in 1913 geboren Siebren Ritserd van den Berg groeit op in Tirns, een klein dorpje bij Sneek. Zijn tekentalent wordt al vroeg onderkend, maar op aandringen van zijn vader volgt Siep de ambachtsschool en wordt huisschilder. In zijn vrije tijd blijft Siep kunst schilderen. Pas nadat Hendrik Werkman hem uitnodigt in zijn atelier, besluit Van den Berg in 1939 fulltime kunstschilder te worden. De inmiddels in Groningen woonachtige schilder sluit zich aan bij het befaamde kunstenaarscollectief ‘De Ploeg’.

Niet bij machte elk detail van de natuur om hem heen op een doek te vatten, droomt Van den Berg er als jongen van het geheel in een paar lijnen en vlakken te vangen. Vanuit de vroeg-expressionistische schilderingen uit zijn beginjaren kenmerkt het werk van Siep zich als een weg naar eenvoud en abstractie.  

In de jaren ‘50 volgt Van den Berg jarenlang cursussen modeltekenen in Parijs, en ontwikkelt een kunststijl die steeds meer verwantschap vertoont met het kubisme. De expositie in Galerie de Vis toont latere werken, volgens geometrisch abstracte werkwijzen.  In de composities lijkt het streven naar maximaal haalbare ordening bereikt. Het doek  wordt gevuld met abstracte, op zichzelf staande banen in de primaire kleuren, gecombineerd zwart grijs en wit: de eenvoud zelve.
Vlak voor zijn dood in 1998 exposeerde Siep van den Berg nog in het Groninger Museum;
nu is hij dus terug op Friese bodem.