In 2011 viert Galerie de Vis het 30-jarig bestaan. In het jubileumprogramma mogen twee namen zeker niet ontbreken. Jan Frearks van der Bij (Drachten, 1922) en Jentsje Popma (Zwolle, 1921) maken al decennia deel uit van ‘de kunstenaarsstal’ van de Harlinger galerie. De Vis gaat de winter door met deze nestors van de Friese schilderkunst, die net als hun werk onverwoestbaar lijken te zijn.

Jan van der Bij ontwikkelde als autodidact een geheel eigen stijl; eerst ietwat donker en dramatisch, maar allengs kleuriger en lichter. De felgekleurde gele, groene, blauwe, oranje en rode vlakken vormen al sinds jaren zijn handelsmerk. De overzichtstentoonstelling in het Fries Museum, ten tijde van zijn tachtigste verjaardag, getuigde daarvan.
Onze provincie is bij uitstek zijn werkterrein: paarden en koeien, kerken op terpen, fluitekruid en koolzaad en tegenwoordig ook veel zeilboten op de Friese meren. Door zijn luchten drijven grote rode en gele wolken, en beneden de horizon strekken het intens groene land en diepblauw water zich uit – wie zijn werk eenmaal heeft gezien zal de vitale schilderstijl niet snel vergeten. De doeken zijn doortrokken van emotie en enthousiasme over de Fryske groun, waarbij de primaire kleuren het onderwerp op een bijna feestelijke wijze ondersteunen.

Jentsje Popma is een landschapsschilder in de ware zin van het woord. Hij installeert zich met zijn verfspullen ergens in de wijde wereld en schildert in grote lijnen wat hij ziet. Popma stelt zich op het standpunt dat sfeer en kleur onmisbaar zijn als het er om gaat een landschap goed te verbeelden. En de juiste kleur en sfeer vallen naar zijn mening alleen ter plekke waar te nemen. Daarom hecht hij er aan de traditie levend te houden van de Hollandse schilders, die zich van oudsher onderscheidden door hun werk ‘in het veld’ te maken, liever dan zich in een atelier de buitenwereld voor te stellen.
Popma wordt gedreven door een onstilbaar verlangen de sfeer en de kleuren, lijnen, vormen en structuren van het Friese landschap op linnen vast te leggen. Misschien is het zelfs een roeping of een opdracht. Popma maakt zich namelijk zorgen over het landschap, de klimaatverandering en de stijgende zeespiegel. Onze leefomgeving, natuur en waterhuishouding vragen onze aandacht, meent hij. Uitgestrekte akkers, grazige weiden en hoogoverkoepelde vergezichten zijn voor de kunstenaar erfgoed om zuinig op te zijn.