Afgelopen zomer presenteerde de Harlinger galerie De Vis porselein en keramiek van Adriaan Rees. Bij zijn werk vormen de afdrukken van zijn handen en vingers letterlijk de hand-tekening van de maker.
Datzelfde is het geval bij Mirjam Veldhuis, die deze winter aan bod komt in een dubbeltentoonstelling bij Museum Belvédère en de eerdergenoemde galerie aan zee. Ook bij Veldhuis’ werk is het nodig het ‘live’ te zien, omdat foto’s onvoldoende kunnen weergeven hoe ze heeft geduwd, gedraaid en gekneed om tot de juiste compositie en de juiste zeggingskracht te komen.

Mirjam Veldhuis (1961) volgde haar opleiding aan Academie Minerva en werd gegrepen door ‘ornamental landscapes’ bij een bezoek aan Londen: ‘Het is de lente van 2002. Ik ben voor de tweede keer in mijn leven  in het Victoria & Albert Museum. Op weg naar de afdeling hedendaagse keramiek. Die lijkt midden in een verhuizing te zitten, of is het gewoon een uiterst ongeïnspireerde opstelling?
Verder dwaal ik door dit immense museum. Op een relatief onaanzienlijk overloopje stuit ik op een aantal chinese jadesculpturen; ornamental landscapes. Aan de grond genageld ben ik. Die term ga ik gappen als titel voor mijn eigen werk. Wat prachtig is de mix van materiaal, materiaalbehandeling, voorstelling en versiering. Hoe betoverend het spel tussen de ruwe steenklomp en de figuratie, waarbij het niet perse gaat om realistische weergave. Om nog maar te zwijgen van alle symbolische betekenissen die ik slechts kan vermoeden. Zal ik met mijn eigen werk ooit kunnen oproepen wat mij nu overkomt? Nee, natuurlijk niet. Maar wat een geweldige  inspiratiebron.
Mijn miniaturen en ornamental landscapes uit 2003-2005 zijn door deze toevallige ontmoeting ontstaan en mijn verbeelding ervan.