De wanden en de vloer van Galerie de Vis in Harlingen bieden twee maanden een podium aan Joris Collier, die zijn opleiding volgde aan het Cardiff Art College in Wales. Dieren zijn voor hem een onuitputtelijke inspiratiebron en hij weet hun wezen in olieverf dan ook feilloos te raken. Jong en oud worden aangetrokken door de losheid waarmee hij konijnen, vissen, herten en paarden, trefzeker neerzet – vooral grote dieren, want ‘die zijn mijn projectie om groot en sterk te kunnen zijn’.

De kenmerkende speelsheid van Collier wordt echter gecombineerd met grote zorgvuldigheid. Hij penseelt zijn geschilderde dieren met bijna tedere hand, en werkt zijn dierenobjecten minutieus af.
Hieruit blijkt zijn verbondenheid met wat er rondvliegt, zwemt en kruipt op onze aarde. Hij is een ware dierenliefhebber, die met zijn werk vragen oproept over hoe wij naar dieren kijken, en hoe wij ze behandelen.

Die serieuze achtergrond dringt zich echter niet meteen op, want Collier kenmerkt zich vooral door maffe vormvondsten, zowel in zijn werk als in zijn eigen optredens. Zo stalde hij tijdens Oerol een Broodpaard op de Harlinger Noorderpier en dook hij zelf op als doedelzakspeler en levende jukebox. Zijn oprechte intenties, gecombineerd met  onverwachte uitingsvormen, maken van zijn blik op de werkelijkheid volwaardige kunstwerken die weten te boeien, te vermaken en te raken.