Terwijl de natuur haar frisse kleur verliest, bereidt Galerie de Vis zich voor op een sprankelende expositie. Van december tot maart exposeert De Vis de levendige olieverfschilderijen van Johan Haanstra. In de schilderijen, die hij sinds medio jaren zeventig maakte, is Friesland onmiskenbaar aanwezig. Met ‘schoongewaaide kleuren’ op verder lege vlakken roept Haanstra de sfeer op van het Friese landschap, zonder dat realistisch te willen verbeelden.
De Harlinger galerie toont werk dat de kunstenaar vanaf de jaren zeventig kenmerkt: abstracte composities van eenvoudige vormen zoals strepen en toetsen, omlijnde vormen en heldere kleuren. De snelheid en kracht die uit de schilderijen spreekt blijft verbazen. Wie zich laat leiden door het schilderij ziet dat de schijnbaar lukraak geplaatste vlakken een uitgebalanceerd samenspel van vorm- en kleurelementen vormen.
Al op zijn zesde besluit Haanstra dat hij schilder wil worden. Op school portretteert hij klasgenoten en docenten, en in 1931 krijg hij toestemming om naar de Rijksacademie in Amsterdam te gaan. Na een succesvolle carrière als portretschilder en docent aan de Akademie voor Kunst en Industrie ziet het publiek jaren niets meer van Haanstra.
Na zijn pensioen vestigt Haanstra zich in Friesland. Als hij in 1981 voor het eerst in jaren weer exposeert in galerie Espace, blijkt dat hij het roer drastisch om heeft gegooid. In plaats van gelijkende portretten komen nu abstracte voorstellingen van zijn hand, geïnspireerd door de vrijheid van het Friese platteland. Daarmee past Haanstra naadloos in het aanbod van Galerie de Vis, die zich in de loop der jaren een naam heeft verworven met Fries expressionisme.